donderdag 26 augustus 2010

De Bossen van Han

Objectief gezien kon gesteld worden dat hier aan wielrennen werd gedaan. Volgens Brenda en Hilda betrof het topsport. Zover wou Tim niet gaan.

"Tim, gij zijt een homo, gij moet zwijgen." Als Brenda aan topsport deed, hoefde ze niet tegengesproken worden. Haar suikers waren laag, het bloed steeg haar sneller naar d'r kop. Brenda wist zeker dat er nog nooit zo door de bossen van Han was getripletandemt als dat nu het geval was. "Dat moet toch een record zijn. Dat kan toch niet anders." Hoe zij demarreerde, hoe zij die trappers de as rond stuwde. Volgens Brenda was Brenda goed bezig.

Tim zag het anders. Hij zag Hilda's vetbandjes dansen op het zadel voor hem. Hij zag dat hoe krachtig Brenda ook dacht dat ze die pedalen rond joeg, ze feitelijk gewoon aan het vechten was tegen Hilda's logge tempo. De Hilda die haar korte adem ook nog eens handig verspilde aan non-aanmoedigen als "Ja!" en "(bemoedigende kreun)". Volgens Tim was het kantoorrecord stellig buiten bereik.

"Misschien moeten we stoppen? Brenda?"

"Hmm? Wat?"

"Brenda!"

"Wat?"

"Misschien moeten we stoppen?"

"Wàt!?"

"Voor Hilda."

"Hilda?"

"EEH!"

Met die laatste kreet bleek Hilda's kaars, die al een tijdje vervaarlijk aan het doven was geslagen, definitief uit. Ze zakte als een pudding in elkaar, tuimelde de triple tandem af en trok daarbij de rest met zich mee.

Objectief kon gesteld worden dat hier aan vallen werd gedaan. Volgens Tim was het de verschrikkelijkste valpartij ooit. Volgens Brenda reageert Tim's brein niet goed op pijn.

"De kaart zegt dat we naar hier moeten."

"Brenda. Nu zijt gij toch aan het zwanzen."

"Tim, jong, niet zagen. We nemen ons Hilda gewoon mee. Gij een arm, ik een arm. We lopen wij gewoon naar het record, zo simpel is dat."

Zo simpel was dat niet. Een licht morbide obese vrouw van eind de dertig sleep je nu eenmaal niet zo makkelijk de bossen van Han door.

Aan een boom die volgens Tim veel weg had van een vrachtwagen, gaf Brenda het eindelijk op. "Oké," hijgde ze, haar handen op d'r dijen. "Oké. Nieuw plan."

"Ik stel voor dat we Hendrik bellen en zeggen dat hij ons komt hal--"

Brenda griste de GSM uit Tim's handen en gooide hem in de dichtstbijzijnde ravijn. Het moet gezegd, het kon ook een meer zijn geweest.

"Zot! Een jaar gratis eerste bediening aan den espresso, Tim? Zomaar - poef - weg? Wij doen wij verder."

Tim staarde met open mond naar de ravijn dat ook een meer kon zijn geweest. "Gij hebt onze enigste GSM weggegooid."

"We hebben nog drie uur, Tim. GSM's brengen ons geen jaar eerste bediening aan den espresso. Doorzettingsvermogen, dat hebben we nodig."

Tegen de avond had doorzettingsvermogen hun meer dan genoeg foolproof plannen opgeleverd, maar weinig meetbaar succes en nu zaten ze met zijn allen (hoewel er in Hilda's geval meer van liggen dan werkelijk zitten kon gesproken worden) hopeloos verdwaald rond een kampvuur.

Tim brak de lange stilte. "Ik heb gehoord dat hier everzwijnen zitten," fluisterde hij. Brenda porde met haar stok in het vuur en knikte bedrukt. "En beren. Niet heel veel, maar toch: beren." Tim trok grote, bange ogen en legde zijn hoofd op Brenda's schoot.

"Ik ben bang," gaf hij toe. Brenda kamde met haar vrije hand zachtjes Tim's haren door. "Ssh, Tim, ssh. Ik zal u wel beschermen tegen de boze beren. En met ons Hilda zijn we zeker nog tot Kerstmis zoet. Op zijn minst."

Objectief kon gesteld worden dat er door Tim op dat moment aan huilen werd gedaan. Het waren stille, moedeloze, bittere tranen, die van Tim. Bitter en stil.

Om maar te zeggen dat een bende marginalen niet moeten gaan zitten rondvozen in de bossen van Han.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten