zaterdag 30 januari 2010

Frieten Met Mayonaise


Hoeveel dagen zouden er feitelijk voorbij gaan voor ik mij wat chauvinisme laat passeren? Of zouden het dezer tijden al maanden zijn?

Ach, het zijn er vast genoeg, en verwondert dat? Nee, natuurlijk niet, want net zoals u ben ik Belg. (Tenzij u Nederlander of Surinamer of Zuid-Afrikaan bent. Dan bent u vast geen belg.) En laat België nu net de prent-naast-het-lemma-definitie wezen van een achterlijk kutland. Een mens snoert al gauw het chauvinisme voorbarig de mond, als hij met (en in) zoiets leven moet. Nounou, hoor ik u mopperen, want ook mopperen is de prent-naast-het-lemma-definitie van België, zo erg is het hier toch allemaal niet? Akkoord, we hebben achterlijk kutweer, achterlijke kutbejaarden en een hele hoop achterlijke kutpolitiekers, maar laat ons wel wezen, we hebben toch ook friet met mayonaise, zekers? Ah juist ja, zegt ik, ge hebt gelijk. Friet met mayonaise hebben we. En nergens zo lekker als hier zelfs. Daar hebt ge een punt zo groot als het punt achter deze zin.

Viel dat punt wat tegen? Geweldig. Want niets, oh niets, is achterlijker dan kutfrieten-met-mayonaise. U hebt mij goed gelezen. Ik joeg kut en frieten-met-mayonaise aan elkaar tot één glorieus kutwoord. Als heiligschennis kan dat al tellen, hoop ik. Elk land dat gebakken, in rechthoekjes gesneden aardappel met trots tot zijn nationaal gerecht uitroept, zou immers spontaan anaal verkracht moeten worden door Mugabe, Kim Jong II en Ronald Janssen tezamen. Als dat niet alle hoop op internationale succesbelgen leuk de kop indrukt... “So you’re Belgian?” “Yeszekers.” “And your favorite dish is french fries?” “Er. Yes.” “Like McDonald-fastfood-kinda-french fries?” “Er. Well - Yes.” “Oh. Okay. (hier komt dan uw standaard licht gênante pauze) We’ll call you.”

Tot slot wil ik nog even kwijt dat de Belg de friet naar alle waarschijnlijkheid zelf niet eens uitvond. Dat waren dan toch de fransen. Check wikipedia en ween!

Ahem -- excuseert u mij nu even terwijl ik me als trouwe Belg vlugvlug naar het frietkot haast? België is dan wel een behoorlijk achterlijk kutland -- al de resterende landjes er rond zijn nog veel achterlijk kut dan wij. En, godverdegodver, dàt mag al eens gevierd worden met een vettige, rechthoekige, achterlijke kutfriet! Met mayonaise!

Santé!


http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Symbol_thumbs_up.svg

Jemig, dat smaakte.

Godsamme! Was ik maar een kikker!


Ik dacht het laatst nog, zwevend tussen verveling en trance in de wachtrij van het postkantoor. Godsamme! Was ik maar een kikker! Het scheen mij een bijzondere gedachte, eentje die ik graag wou koesteren tussen de enveloppen, de briefkaarten, de postzegels en weet-ik-wat-voor-ander-postjargon en dat deed ik dus ook. Is het immers geen wonderschone gedachte? Ik vind in elk geval zeer zeker van wel en ik kan u meedelen dat het me het komende half uur behoorlijk overeind hield. Het is dan ook met grote vaderlijke trots dat ik vanaf nu tot het eind ter tijden de grote “Godsamme! Was ik maar een kikker!”-wedstrijd in het leven roep. Benieuwd? De spelregels zijn simpel, en toch geniaal. U staat in een rij (liefst één aan postkantoorgebouwen, maar dat hoeft ook weer niet per se). U zweeft tussen verveling en trance. U denkt plots “Godsamme! Was ik maar een kikker!” Proficiat dan. U won het spel. Geen prijs, jammer genoeg. Alleen de zoete, zoete smaak van overwinning. Alleszins veel succes, spelgenot en moge de beste winnen!


Ik kijk alvast uit naar m’n volgend partijtje!

woensdag 6 januari 2010

(500) Days Of Summer


'(500) Days Of Summer' formuleert, naast nog wat andere mumbojumbo, het antwoord op de vraag wat er nu eigenlijk van die Joseph Gordon-Levitt geworden is. Mijn generatie zag hem eeuwen geleden elke avond ketnet-gewijs kindsterretje wezen in 30 rock from the sun, en de eeuwen van 30 rock from the sun-loze avonden erna bleken voor sommigen voldoende om zich af te vragen of de jongen überhaupt nog leefde. Geen evidente vraag in het Hollywood van 2009 uiteraard, waar alle beroemheden plotsklaps lijken te bezwijken aan een mediageile, dodelijke variant op de mexicaanse griep. Maar, of zo leert het min-of-meer-debuut van Marc Webb ons toch, woe nothing: Joseph Gordon-Levitt leeft, blijkt doodgewoon kerngezond op de koop toe en kreeg er wegens evolutionairtechnische redenen nog eens een baard in én op de keel bovenop. Nou moe!

Acteren doet ‘ie ook nog steeds trouwens, en vijfhonderd zomerdagen lang mag hij zijn, ahem, ‘spel’ tentoonspreiden naast Zooey ‘my eyes are quite literally bigger dan my stomach’ Deschanel.

Om niet langer rond de pot te draaien en gewoon toe te geven: ik vond '(500) Days Of Summer' wreed charmerend. Een beetje zoals ‘Adventureland’ van Greg Mottola eerder dit jaar ook een gevoelige snaar wist te raken -- ondanks de voor de hand liggende gebreken van die film. Ik ga zelfs verder. '(500) Days Of Summer', hoewel een verschrikkelijke titel om steeds weer uit te typen, bewijst dat de romantische komedie, als Ben Stiler of Jennifer Aniston in geen verste verten te bespeuren zijn, de beroerendste aller genre’s kan zijn. Des te jammerder dan ook dat voor elke ‘When Harry Met Sally...’ we ons eerst door vijfhonderd ‘Along Came Polly’’s worstelen. Maar goed, als zo’n parel uiteindelijk z’n weg naar ons toe vind, zijn we misschien des te dankbaarder.

Daarom -- dank je, Webb, Neustadter, Weber, om een film te maken dat geen meesterwerk wil zijn, maar doodgewooon een eerlijk, modern, bitterzoet, all-round grappig tegengif voor elk vals-sentimenteel braaksel dat zich vermomd als chick flick. Wie was het immers die ooit bepaalde dat het onderwerp liefde enkel vrouwen aangaat? Dat ik de snodaard bij de ballen grijp en macho-gewijs z’n eigen mannelijkheid laat opvreten. Grrr...

Zo! Genoeg testosteron voor vandaag -- toedels!

Jaren getwijfeld op het hij nu een ster, dan wel een duim waard was. Heb ik m’n hoofd echter zo op hol gekregen met lof dat ik niet anders meer kan. Kan ook niet meer bedenken dat me echt stoorde. Aldus...

Twilight: New Moon



En plots, in een oerknal van duizenden gillende tienermeisjes, was Twilight overal; op de achterkant van bussen, de voorkant van t-shirts, in het hoofd van iedereen die zich onverhoeds aan het 21ste eeuwse internet gewaagd had. Er werd geen roddelblad opengeslagen of de tienersterren lonkten en pruilden er naast schreeuwerige blokletters, er werd geen zender weggezapt of intense vampiers scanden zwoel de huiskamer. Niemand, vijftienjarige bakvissen excluded, die ook scheen te weten wat er nu feitelijk aan de hand was. Voelden we ons allemaal niet een beetje als die arme John McCain, toen? Onze kleine mollenoogjes priemend, onze geest steeds even troebel. Ach, dat vreemde, vorige decennium toch. Aangespoeld op de banken van 2010 schudden we voor een laatste keer niet-begrijpend onze hoofden, vegen we de glitter van de mouwen, en terwijl we traagjes, op de tast, het oerwoud van de jaren tien instappen, beelden we ons in dat de tijden er vast veranderd zijn.

Oh, ijdele, ijdele hoop. Twilight beviel inmiddels van een nieuwe telg, doopte het “Twilight: New Moon” en ik kwam er recentlijk (schoorvoetend) op visite. Mag ik bijgevolg de geruchten bevestigen? “Twilight: New Moon” is, mijn god!, een behoorlijk achterlijk kind. Obese, dom en saai in ways you’ve never thought of before scheen me hier een laattijdige abortus meer dan verantwoord. Waar “Twilight” immers gebald en leuk verteld was, blijkt “New Moon” een ordinaire soap, gemaakt met te veel geld en te weinig tijd. Chris Weitz regisseert, hoewel men een Twilight natuurlijk niet regisseren kàn. Een Twilight producet men. Men luncht met de aandeelhouders en herwerkt het scenario met grafieken en taartdiagrammen naast zich. Zo’n Chris Weitz komt waarschijnlijk niet verder dan ‘actie!’ en ‘cut!’. Als ‘ie geluk heeft, mag hij hier en daar de blote borstkast van Taylor Lautner nog wat opblinken. Hoewel, zouden ze daar geen assistent-regisseurs voor hebben, tegenwoordig?

Ten slotte wil ik nog even kwijt dat ik me stoorde aan de protserige vleesparade waarop de hele franchise uiteindelijk gebouwd is. Het is één ding om het doelpubliek in het oog te hebben. Het is een ander om zonder enige verhaaltechnische reden een troep halfnaakte jongens over het scherm te laten hossen. En verder wil ik er liefst gewoon helemaal niet meer over nadenken.

Ha!


Mooie openingsscène, dat wel.