vrijdag 27 november 2009

Jon


lllllllZie je Jon daar, tegen de muur? Zie je hoe hij traag van zijn biertje nipt? Zijn hoofd dobbert wat onwennig mee op de bassen, zijn vrije hand stopt hij weg in de linkerzak van zijn jeans. Misschien draagt Jon een kaki T-shirt, misschien een uitgerafelde trui. Moeilijk te ontwaren van hier. Alleszins zal het niets al te modieus zijn. Jon is nu niet bepaald het toonbeeld van stijl. Dat valt wél te ontwaren van hier. Je ziet het aan zijn warrige, blonde krulletjes en die verschrikkelijke bril. Niets tegen brillen, maar Jon’s bril is werkelijk desastreus. Ik zou niet zeggen dat het de voornaamste reden is waarom hij nogal statisch tegen de muur staat geleund, maar gooi die bril weg en Jon’s kansen op voortplanting vanavond schieten meteen tot een fenomenale twee procent. Met een straightener en een leuk stel schoenen zouden we zelfs de kaap van drie halen kunnen.

llllllJammer genoeg rekruteert Jon m’n hulp niet. Hij staart naar een wulpse jongedame nog geen twee meter van hem. Ze schurkt haar ronde vormen tegen alles wat er maar enigszins mannelijk uitziet. Cindy, zo heet ze wellicht. Of Daisy. Zouden we à propos mogen stellen dat Daisy een slet is? Kunnen we dat afleiden aan de manier hoe ze haar gezicht vakkundig verbergt achter de foundation en de eyeliner? Het zal Jon een worst wezen. Je ziet hem denken: komaan -- dans, tamme benen. Zet twee stappen in haar rechting en beweeg wat. Hij is er van overtuigd dat Daisy ook om zijn lichaam kronkelen zou. En dat zou zelfs best kunnen. Daisy is poepeloere zat.

Ik overschouw van een afstandje en weet stellig dat Jon beter krijgen kan. Jon verdient een aardige, slimme vrouw met een leuk snoetje. Hij zou zichzelf natuurlijk nooit naast zo iemand inbeelden en daarom zal zij zich ook nooit naast hem inbeelden. Ach, Jon, je leven is een tragedie. Dat zie ik nu al.

Nu tuurt Daisy plotsklaps, plompverloren Jon’s ogen in. Hij neemt zichzelf voor sensueel terug te staren en het oogcontact zeker niet als eerste te verbreken. Jon houdt spectaculair woord aan zichzelf voor één volle, glorieuze halve seconde. Daarna zoeken zijn pupillen onheroepelijk de aanblik van zijn biertje op. Daisy houdt het ook niet veel langer vol. Haar kont beweegt zich al naar de volgende vierkante meter ongeschurkte vloer. Zou zo’n Jon zichzelf nu door het hoofd schieten? Zou hij inwendig vloeken? Ik gok dat hij zijn halfvolle glas bestudeert en denkt dat het er nu wel behoorlijk halfleeg uitziet. Dat denkt hij want diep vanbinnen is Jon een komiek -- schenk hem een paar liters alcohol en tezamen met zijn hele maaginhoud komt de clown in hem naar boven. Dat weet ik wel heel zeker.

Om zijn gêne te verbergen gaat Jon met zijn duim over de rand van zijn glas en monstert hij zijn veters. Foute move, Jon. Nooit aan jezelf toegeven dat je vijftien keer liever thuis World Of Warcraft zou zitten spelen dan hier achter je futiele kansen op wat nachtelijke affectie te snuffelen. Dat weet een kind van zeven wel. Ach, wat voor zin heeft het verder te doen alsof? De avond is voorbij, nu, en je beseft het maar al te goed. De moed die je jezelf voor de badkamerspiegel insprak logeert nu ergens in de nabije omgeving waar je aan het staren bent en ik huil, ik ween om een gevallen soldaat. Verslagen in het heetst van de strijd. Jon spartelt nog wat na, verlaagt zich tot afschuwelijk hand-op-heup-getokkel en doet in het algemeen verschrikkelijk onwennig. Ik zie hem bloeden, bedenk dat ik hem zou kunnen redden en een tof gesprek aanknopen, maar nog geen seconde later heeft hij de eer aan zichzelf gehouden en gezwind beent hij de zweterige ruimte uit. Daar gaat Jon, denk ik. Jon of wat zijn naam ook weze. Ik salueer hem. Hef mijn glas ten ere van een groot man, een ware broeder. Jon, de jongeman die tot voor kort nog de hele wereld aankon.

Het zacht geroffel van vingers op mijn schouder haalt me uit m’n gemijmer. “Ken ik je niet van ergens?”. De brunette houdt haar niet onknappe hoofd wat schuin; haar guitige ogen spreken boekdelen. “Eh. Nee.” “Zat jij misschien ook op Sint-Mauritz?” “Eh.” “Sint-Mauritz in Lommel?” “Eh.” Ik schud verontschuldigend met m’n hoofd. “Nee. Sorry. Niet dat ik weet.” “Ah.” Ze lacht om de stilte die er valt. “Kon zijn, hé.” “Inderdaad.” Ik staar wat onwennig naar alles wat haar ogen niet zijn. Zij knikt terzelfdertijd schaapachtig. “Wel,” Ze klopt me kordaat op de bovenarm en draait zich al om. ”Misschien tot nog ‘ns.” En weg is ze.

Niet erg, weet ik. Nog genoeg kansen in het verschiet. Ik scan m’n omgeving op potentieel, maar het ene dansende lichaam gaat over in het andere. Ik beweeg zachtjes m’n hoofd op het ritme. Elke minuut nu zal ik één worden met die vormeloze massa mensen om me. Elke minuut nu.

Ik bekijk mezelf vanop een afstand en merk me nauwelijks op. Meubilair. Zachtjes ga ik over de rand van mijn glas en laat mijn ogen vallen op de bovenkant van mijn sneakers. Shit, denk ik stil. Die twee euro voor dat biertje krijg je nooit meer terug.

http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Symbol_thumbs_down.svg

1 opmerking:

  1. komaan joren! meer van dat!
    we *are* asking for your opinion ;-)

    BeantwoordenVerwijderen